REGARD PERSAN - INVISIBLE

Ik geef graag toe dat ik een fan ben van de betere woordspeling en dat mijn beide mondhoeken dus gewillig de hoogte ingingen bij het lezen van deze groepsnaam. “Regard perçant” is wat onze zuiderburen priemende blik noemen, zo eentje die dwars door je heen gaat en laat dat nu net het effect zijn, dat deze plaat op je heeft, als je, als nietsvermoedende luisteraar dit schijfje onder de laser duwt.

Achter de bandnaam gaat een trio Iraanse -of Perzische, zo u wil- muzikanten schuil, die door hun vluchtelingenlot naar Canada gedreven, elkaar in 2013 tegenkwamen in Quebec bij een concert dat paste in de intussen legendarisch geworden “Garage Concerts”. Van het ene kwam het andere en sindsdien treedt het trio met grote regelmaat op in en buiten Canada. Drie jaar geleden waren ze voor een mini-toerneetje in Europa, maar, zoals wel vaker gebeurt, bleven de Lage Landen links liggen. Na zeer ampele beluistering van deze CD mag ik van harte hopen dat de programmatoren bij een volgende gelegenheid beter doen, want deze CD is werkelijk eentje om van te snoepen.

Met één voet in de traditie -die bij Perzen wel héél ver teruggaat- en de andere volop in de moderniteit van hedendaags Quebec, leveren de drie heren een parel van een plaat af, die je, in een kleine vijftig minuten, helemaal naar een wereld voert, waar je nog niet vaak kwam, maar waar je, na het horen van deze muziek veel en veel vaker zou willen vertoeven. De drie heren waar ik het over had, zijn kamanchespeler Saeed Kamjoo, tanburspecialist Pooria Pournazeri en tombak en dafvirtuoos Ziya Tabassian.

Ik voel u al een beetje komen: of ik misschien wat uitleg kan geven bij de verschillende instrumenten, die ik net genoemd heb? Welaan: de kamanche is een strijkinstrument met een lange hals, een beetje verwant aan de Griekse lyra: het wordt op de knie wat de muzikant gezet met de hals naar boven gericht en de strijkstok wordt dus van links naar rechts over de snaren gestreken, evenwijdig met de grond.

De tanbur is dan weer een van oorsprong Koerdische luit, die een lange nek heeft en daardoor een beetje op een bouzouki lijkt. Tombak en daf zijn dan weer twee percussie)instrumenten: de tombak een grote, kelkachtige trom die tussen de knieën gehouden wordt en ook wel eens zarb genoemd wordt. De daf -of “dof” of “def”, u kiest maar- lijkt dan weer heel erg op onze tamboerijn en met dat beperkte, maar bijzonder virtuoos gehanteerde instrumentarium, werkt het drietal zich door negen eigen nummers, waarvan Kamjoo er vijf schreef, Pournazeri drie en Tabassion de titeltrack voor zijn rekening nam.

De plaat heet een uitdrukking te zijn van de lange weg die de muzikanten, ook letterlijk, afgelegd hebben en van de invloeden die ze onderweg tegenkwamen en die onzichtbaar aanwezig zijn in de muziek die ze vandaag maken.Klink best een beetje omslachtig en ingewikkeld, want, zoals ikzelf mocht ondervinden, is er voor een plaat als deze maar één goeie manier om kennis te maken: draaien en luisteren. En dan gebeurt er iets: je geraakt letterlijk in de ban van de muziek en je luistert opnieuw en opnieuw. En opnieuw. En het is simpelweg prachtige, krachtige, tijdloze en grenzeloze muziek. Kippenvel per strekkende meter gegarandeerd !

(Dani Heyvaert)


Artiest info
Website  
 

label : Bostan
distr.: Xango

video